Eén verrassing is beter dan duizend beloften
“Ik ben net Houdini!” roept Murat gevat. “Ik weet aan iedere afspraak te ontsnappen en kom overal onderuit.” Hij keert het bezoek de rug toe, kijkt vanonder zijn petje nog even schelms achterom en verdwijnt in een aangrenzende ruimte.
“Ik doe niet aan afspraken,” legt Murat even later uit. “Afspraken maken is niks voor mij.” Het is dus mazzel dat hij op het afgesproken tijdstip in het Koffiehuis op de Haarlemmerstraat blijkt te zijn. Murat is iemand die mensen graag op het verkeerde been zet. Hij mag dan niet veel met voorgekookte ontmoetingen hebben, hij houdt wel van spontane grappen en plagerijen. Rap pratend maakt hij de ene bijdehante opmerking na de andere. Daarmee komt niet alleen zijn gevoel voor humor aan het licht, maar ook zijn ongedurige karakter.
In 1988 komt Murat met een vriend vanuit Algerije naar Nederland. Vanaf Schiphol belandt hij linea recta op de Amsterdamse Zeedijk, in die tijd een beruchte plek vanwege drugshandel en andere vormen van criminaliteit. “Ik hoorde, hé, pssst, cocaïne? Heroïne? Ik dacht, wat is dit!”
Murat is dan drieëntwintig en ziet eruit als een knappe Italiaan. Daardoor ligt hij in eerste instantie lekker in de markt in de hoofdstad. Maar hij heeft geen verblijfsvergunning en al snel ook geen geld meer. Hij probeert wat te verdienen als krantenbezorger, maar dat mislukt. “Ik ben niet stabiel,” zegt Murat. “Ik ben altijd onrustig.” Dat gebrek aan stabiliteit keert in het gesprek herhaaldelijk terug.
Type van de spion
Op een gegeven moment wordt Murat gearresteerd omdat hij zonder kaartje in de metro zit – de OV-chipkaart bestond nog niet – en geen geldige papieren bij zich heeft. Hij wordt voor vijfentwintig dagen in vreemdelingendetentie gezet. In totaal zal Murat vijftien jaar in de gevangenis doorbrengen. Meestal gaat het om vreemdelingenbewaring, maar vanwege zijn contacten met ‘boeven’ laat hij zich ook wel eens in met autokraak. Kort samengevat: “Ik ging de gevangenis in, uit, in, uit, in, uit.”
Murat wordt in 1965 geboren in een kleine stad in het zuidoosten van Algerije. Het gezin telt verder nog drie broers en een zus. De vader van Murat is fotograaf, zijn moeder is huisvrouw. Als klein jongetje zit Murat in het donker op de stoep van het huis en tuurt naar de sterren. Maar wat er bij de buren gebeurt is minstens zo interessant. En dat geldt ook voor de mensen die zich laten fotograferen in de studio van zijn vader. “Ik ben het type van de spion,” zegt Murat. “Ik observeer wat er gebeurt, ik zie alles.”
Als hij wat ouder wordt, wil Murat weg uit Algerije. Het maatschappelijke en religieuze klimaat in de jaren tachtig van de vorige eeuw gaat hem steeds meer tegenstaan. Er is een fundamentalistische vorm van islam in opkomst en de roep om de sharia – islamitische wetgeving – wordt sterker.
“Je zag steeds meer mannen met baarden,” aldus Murat. “Cafés moesten gesloten worden, vrouwen moesten hun hoofd bedekken. Dat soort dingen wilden ze invoeren. Mijn moeder droeg nooit een hoofddoek en mijn vader was altijd lekker geschoren. Toen ik zelf een keer een baardje liet staan, zei hij: hé, wat is er met jou, heb je geen scheermes of zo?”
Circus Holiday
Tegenwoordig woont Murat in een woongroep op een hofje van de Protestantse Diaconie. Hij heeft er een eigen studio met een woonkamer en een slaapkamer. Daar is heel wat aan vooraf gegaan, want Murat heeft alles bij elkaar een jaar of zeventien op straat geleefd. “Onder de brug of in de bak,” zegt Murat laconiek. “Dat zijn de plekken waar ik al die jaren in Nederland heb doorgebracht. Maar ik heb ook een tijd in een caravan gewoond, op het ADM-terrein. Daar betaalde ik iedere maand een bedragje aan huur voor.”
De mooiste tijd van zijn leven heeft Murat bij Circus Holiday. Twee jaar lang reist hij met het circus door België en Frankrijk. Vanwege zijn Algerijnse achtergrond spreekt hij goed Frans. En het rondreizen sluit mooi aan bij zijn rusteloze aard. Hij helpt met het opbouwen en afbreken van de tent en doet allerlei andere klussen.
“Bij de sollicitatie werd ik meteen aangenomen,” vertelt Murat. “Ik kon de volgende dag al aan de slag. Eigenlijk had ik geen idee wat ik precies in het circus ging doen. Er was me gezegd dat ik om zeven uur ’s ochtends moest beginnen. Om zes uur stond ik al klaar.” Voor iemand die niks heeft met op tijd komen, is dat best bijzonder.
Terug in Nederland begint alles weer van voor af aan: de problemen met justitie, het gebrek aan huisvesting. Murat verstaat de kunst om in moeilijke situaties overeind te blijven, maar toch valt het daklozenbestaan hem zwaar: “Je hebt weinig te eten, je moet in de kou slapen en er is geen toilet. Als je ’s nachts je slaapzak uit moet om je boodschap in de bosjes te doen, word je niet meer warm. Dan is het wachten op de volgende ochtend om naar het inloophuis te gaan voor koffie en een warme douche.”
Murat gebruikt veel drugs in deze periode. Van hasj en marihuana tot speed en coke. Tegenwoordig helpt zijn energieke inslag hem om er vanaf te blijven. Hij is altijd druk bezig en vermijdt het om stil te zitten. Ook in het Koffiehuis, waar hij bereid is om van alles en nog wat aan te pakken. “Die drugs waren een vlucht,” zegt Murat. “Als dakloze zit je niet lekker in je vel. Er is de hele tijd angst en onzekerheid. Je hebt geen vaste grond onder de voeten, niks is stabiel.”
Pluk de dag
Murat heeft een temperamentvol karakter. Hij schiet makkelijk uit zijn slof en ergert zich snel, maar volgens hem heeft dat ook een positieve kant: “Ik erger me vooral als ik verkeerde dingen zie, armoede, oneerlijkheid. Zo ben ik altijd geweest. In Algerije nam ik mensen die arm waren mee naar ons huis. Dan deed ik de koelkast open of ik gaf iemand een broek. Ik ben een man van actie.”
Die daadkrachtige houding heeft Murat meegenomen naar Amsterdam. Hij herinnert zich dat hij in zijn beginperiode eens liep te hosselen in de buurt van de Zeedijk. “Ineens hoorde ik een plons, er was iemand in de gracht gevallen. Ik kon niet zwemmen, want ik ben bang van water, dus erin springen was geen optie. Toen heb ik mijn jas uitgetrokken, die liet ik langs de kade naar beneden hangen. Ik riep, hier, pak mijn jack vast! Zo is het gelukt om die man uit het water te trekken. De mensen die erbij stonden, begonnen te klappen. Je bent een held! Maar ik zei, nee, ik kom gewoon in actie, dat is alles.”
Murat heeft van het leven geleerd dat je er onder alle omstandigheden voor moet zorgen je levenslust te behouden: “Blijf lachen! Je moet altijd blijven lachen! Ik leef vanuit de gedachte van carpe diem, pluk de dag. Ze zeggen dat het goed is om plannen te maken. Dat kan wel zo zijn, maar ik maak geen plannen. Ik neem de dingen zoals ze komen en neem beslissingen op het moment. Als ik daardoor op de blaren moet zitten, dan is dat maar zo.”
Filosofisch: “Ik hou me niet aan afspraken en beloften omdat ik altijd klaar ben om te switchen. Eén verrassing is beter dan duizend beloften.”