Als ik Abdelkader ontmoet vertelt hij vol passie verhalen over Tunesië. Daar werd hij in 1980, in de hoofdstad Tunis, geboren en daar wil hij ook begraven worden. Zijn ouders wonen nu nog in Tunesië en hij heeft zo vaak mogelijk contact met hen, bijna elke dag.

Het levensverhaal van Abdelkader

Als ik Abdelkader (7-8-1980) ontmoet vertelt hij vol passie verhalen over Tunesië. Daar werd hij in 1980, in de hoofdstad Tunis, geboren en daar wil hij ook begraven worden. Bij zijn ouders, als het zover is. Zijn ouders wonen nu nog in Tunesië en hij heeft zo vaak mogelijk contact met hen, bijna elke dag. Ze hebben een heel goede band. Ook zijn twee broers en twee zusjes spreekt hij zo vaak als het kan.

“Eigenlijk speelt iedereen een belangrijke rol in je leven.”

Zijn ouders zijn de mensen die de belangrijkste rol in zijn leven hebben gespeeld. En zijn familie. Na nog even nagedacht te hebben zegt hij: “Eigenlijk speelt iedereen een belangrijke rol in je leven. Iedereen brengt iets. Goeds of slechts. Neemt of geeft of leert jou iets. Iedereen heeft een belangrijke rol. Mijn meesters. Mijn vrienden van de school. Mensen die ik heb leren kennen, mijn vrienden van nu. Iedereen. Maar we hebben het nu over mensen. Allah is geen mens. Uiteindelijk is Allah nummer één, daarna de profeet en daarna mama en papa.”

Ondanks de goede band met zijn familie en liefde voor Tunesië vertrekt Abdel rond zijn twintigste naar Amsterdam, op zoek naar uitdagingen, avontuur en vrijheid. Weg van de grenzen en regels die zijn vader voor hem stelt. Hij heeft niet echt een plan, maar is niet bang en wil graag groeien, zijn eigen leven creëren. Zo komt hij in aanraking met feestjes en marihuana. Hij vertelt dat hij een keer na het roken van een jointje vergat waar zijn hotel was. Hij werd wakker in de auto, zijn jasje gebrand door het jointje. Er waren in die tijd veel festivals in Amsterdam, een leuke tijd. Naast een jointje roken vond hij het ook gezellig om biertjes te drinken met zijn vrienden. Hij nam zich vaak voor om niet meer te drinken, vanwege zijn geloof, maar op die gezellige momenten kon hij zichzelf niet goed begrenzen.

Op een gegeven moment trouwde Abdelkader. Hij geeft aan dat hij tijdens zijn huwelijk niet meer blowde en dronk, geen slechte dingen deed en niet vocht. Hij was rustig aan het werk en lief voor de familie die hij aan het opbouwen was. Helaas ontstonden er betaalproblemen en begon de liefde na vele jaren te verdwijnen. Toen kwam zijn jongere zelf weer omhoog, die geen zin had aan alle gedoe en die vrij wilde zijn. Die vrijheid werd nog eens extra beperkt door de coronatijd, die voor hem een hel was. In die tijd, 2020, is Abdel gescheiden. Hij logeerde daarna eerst in een hotel, vervolgens logeerde hij bijna een jaar op allerlei plekken, woonde buiten. Er waren problemen en ruzies. Twee jaar lang probeerde hij het zelf op te lossen en een nieuwe woning voor zichzelf te vinden, maar dat lukte niet. Zo kwam hij bij HVO terecht. Ze accepteerden hem en helpen hem nu een huis te vinden en alles op orde te krijgen. Tot die tijd woont hij bij HVO en is hij druk aan het solliciteren naar een nieuwe baan.* Abdelkader heeft veel interesses en hobby’s. Hij houdt van alles wat mensen aan het lachen of blij maakt. En van sporten, koken, feesten, met familie samen zijn en werken met zijn handen. Zijn geloof is erg belangrijk voor hem. Hij vindt het nodig om het juiste te doen, in te grijpen als iemand iets slechts doet, ook als hij daar zelf misschien door in de problemen komt.

De mooiste momenten van Abdels leven zijn de geboortes van zijn vier kinderen en het terugzien van zijn ouders, als hij bij hen op visite gaat. Eigenlijk alle momenten waarop hij de mensen van wie hij houdt aan het lachen ziet of hen blij kan maken. Hij zou, als hij alles zou kunnen doen, ook wel president willen zijn, om iedereen blij te kunnen maken en iedereen een happy leven te geven. Al geeft hij ook aan dat het nadenken over een oplossing hiervoor niet binnen zijn capaciteiten ligt. Op de vraag of hij zichzelf heeft begrepen geeft hij aan: “Nee, helemaal niet, tot nu toe. Maar op een punt begrijpen we onszelf. Als we rust hebben begrijpen we allemaal onze zelf. Als je alleen bent en diep nadenkt. Maar soms heb je de tijd en de schone gedachte om daar naartoe te gaan en soms niet.”

*Kort na het optekenen van dit verhaal heeft Abdel gelukkig een eigen huis gevonden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *