Ruurd valt mij direct op als ik hem zie, ergens in september. Blote voeten, ontblote buik, zittend op een bank. Met een schilderij van een bootje op zee, twee jongens in een roeiboot waarover Ruurd zegt dat het vluchtelingen zijn, roeiend in een bootje want er is geen kust te zien.

Opgetekend door: Diana Voorbij

Het levensverhaal van Ruurd

Ik heb een mooie jeugd gehad. Maar ik kan ook heel goed huilen, je wordt niet kinderachtig als je ouder wordt maar je herinnert je je jeugd, de zaterdagochtenden met mijn moeder.

Friesland, één koe per week

“Het dorp was zo groot dat ze er één koe per week aten, er was geen vervolgopleiding. Er was een bakker, een slager, een kruidenier, een melkboer en een meubelwinkel met de meest afschuwelijke meubels, maar die verkochten ook potloden. Wat weet ik het goed allemaal!” Ruurd lacht, “Het is ook een hele mooie ochtend hè?” 

“Mijn hoofdonderwijzer Jelke was mijn vriend, hij had geen kinderen en hij was waanzinnig gek op mij, hij zei jij moet naar de HBS. Ik ging als elfjarige naar de HBS en ik haalde alleen maar achten en negens. Toen hij later twee kinderen adopteerde moest ik huilen, ik zei je hebt toch al twee kinderen je hebt mij.”
Ruurd is weer emotioneel als hij dit vertelt. 

Amsterdam, ik ben hier herboren

Ruurd valt mij direct op als ik hem zie, ergens in september. Blote voeten, ontblote buik, zittend op een bank tussen de Mozes en Aäronkerk en het Stadhuis van Amsterdam. Met een schilderij van een bootje op zee, twee jongens in een roeiboot waarover Ruurd zegt dat het vluchtelingen zijn, roeiend in een bootje want er is geen kust te zien. Een paar weken later spreek ik hem in de Haarlemmerbuurt, gezeten op de trap van een chique grachtenhuis. In de ochtendzon vertelt Ruurd over daar zijn leven. “Ik ken heel Amsterdam als mijn broekzak, ik ben hier herboren, herbóren!”

“Ik heb mijn kandidaats gedaan in Nijmegen, ik vond Nijmegen achterlijk, de Universiteit vond ik achterlijk, allemaal communisten die gingen mij vertellen hoe de wereld in elkaar stak. Ik ben mijn doctoraal in Amsterdam gaan doen en dat was een heel goede keuze. Ik studeerde, nou eh, hou je vast, Doctrine-geschiedenis en daarnaast Contemporaine-geschiedenis en ik heb gedaan Geschiedenis van de filosofie. Ik ben nu een Monnik, ik heb heel veel vrouwen om mij heen met hele grote baarmoeders, maar ik heb nooit seks met vrouwen meer”, lacht; “ik vind het onhygiënisch! Ik denk waarom moet dat eigenlijk? Drie minuten, ik denk al het lekkers duurt maar drie minuten. Als je het tien keer doet, dan herinner je je nog wel die tien keer, hoef je het niet meer te doen.” 

Ik had alles wat zij mooi vond

Op mijn vraag of er kinderen zijn zegt Ruurd: “Ik heb twee kinderen ja, maar die kan ik nu niet hebben, die zijn oud genoeg om te begrijpen dat ik gelukkig ben in mijn situatie. Ik heb twee vrouwen gehad die hebben hele mooie namen. Ze hebben het mij niet moeilijk gemaakt, zij dachten; ik wil jouw zaad wel, dat had ik toen niet in de gaten, maar nu wel. De laatste vrouw die was heel bijzonder, ze was aangerand en ze dacht, hij is het, de ware Jacob. Zij wilde meteen intrekken, ik probeerde het af te houden. Ik woonde in een groot huis en ik had alles wat zij mooi vond. Een Abbesijnse poes en die kroop meteen bij haar op schoot, helemaal fout dus.”  Lacht: “Ik had een huis van twee verdiepingen aan de Hoogte Kadijk waar zij meteen verliefd op werd. Een prachtig huis van 175 vierkante meter met tuin. Ze hebben 15 jaar geprobeerd om mij eruit te krijgen, ze hebben zo’n dossier met de grootste onzin over mij geschreven. Ze hebben met de hakken over de sloot mij eruit gekregen en het huis verkocht voor 1.2 miljoen.” 

Gouden handdruk

“Mijn laatste baan, daar ben ik ontslagen en dan moet je spelen dat je dat niet wil, dan krijg je heel veel geld mee, ik was Directiesecretaris bij stichting Welzijn Oud west. Ik kreeg ruzie met de organisatie, met de directeur. Hij was een rokkenjager, hij vond mij te bijdehand. Ik zei je hebt mooie praatjes maar je doet het nooit. Ik kon met iedereen heel goed opschieten. Ik heb een gouden handdruk gehad en die heb ik geïnvesteerd, ik heb een hele mooie boot gekocht, een gepensioneerde politieboot, een zeewaardig jacht.” 

“Die boot heb ik verkocht, die boot heeft mij achttienduizend euro gekost, ik denk dat het allemaal goedkomt want ik eindig dus op een boot. Mijn goede vriend, de slimste van heel Amsterdam en de Metropool, die heeft een boot van 300 m2  in de Houthavens, en daar heb ik gelegen met mijn boot.” 

Een hele mooie liefde

Het mooiste moment in zijn leven was de liefde met Iris. Mijmerend en zichtbaar geëmotioneerd: “Dat was een hele mooie liefde, zij kon heel mooi zingen en ik ben heel gek op muziek, Bach, Rachmaninov, Beethoven, Vivaldi. Weet je dat Bach heel wiskundig is? Ik ben een Bachiaan, ik heb een muzikaal geheugen en daarom onthoud ik het ook. Ik kan heel goed rekenen, net als mijn vader, hij was waanzinnig intelligent.”

Goede herinneringen

“Mijn moeder, elke morgen denk ik aan haar, dan moet ik huilen. Hoe meer je alleen bent, hoe meer je houvast zoekt in de verheemding, ik heb huisraad om me heen als comfort. Mijn moeder begreep mij, ze zei altijd; je moet hem laten gaan, je moet hem geen opdrachten geven. Ze hadden nooit ruzie mijn vader en mijn moeder, mijn moeder praatte veel en ze zei wat ze voelde. Zij was populair in het dorp, mijn vader was zwijgzaam, ze waren net een Siamese tweeling. Ik heb een mooie jeugd gehad. Maar ik kan ook heel goed huilen, je wordt niet kinderachtig als je ouder wordt maar je herinnert je je jeugd, de zaterdagochtenden met mijn moeder. Dan zei ik, nee, ik zet wel koffie want jij zet oude wijven koffie, en ik ben koffiegek ik houd van koffie en van sigaren. Weet je wat mijn redding is? Mijn goede opvoeding, heel veel nestwarmte. Ik ging op kamers wonen, mijn moeder vond het vreselijk, ik was de ideale zoon, want ik redde mijzelf ik wist altijd alles al en dat vond zij mooi. zij miste mij, maar dat heeft zij nooit gezegd want dat zou te zwaar zijn voor mij.  Ik heb zulke goede herinneringen aan haar, snap nu pas, wat zij aan mijn vader miste dat vond ze in mij, ik praatte altijd honderduit.” 

Ze weten dat ik dakloos ben

Als ik Ruurd vraag naar zijn broers en zussen raakt hij geëmotioneerd: “Het is heel emotioneel allemaal. Die moeten niet weten waar ik nu zit, mijn broer, ik zie hem niet. Ze weten dat ik dakloos ben, maar ze denken dat ik misschien wel dood ben, dat ik door mijn eigen schuld uit huis gezet ben. Dat is niet zo. Ik ben door een truc van de politie uit huis gezet. Ik denk niet veel aan ze, ze denken ook niet aan mij.” 

Ik kon de deur niet uit maar de hele wereld kwam naar mij toe

Met plezier denkt Ruurd terug aan de tijd dat hij mensen van over de hele wereld ontving in zijn huis waar hij kamers verhuurde. “Ik had een illegale Bed & Breakfast in mijn huis, daar heb ik waanzinnig veel geld aan verdiend. Ik woonde aan de Hoogte Kadijk, ik had twee etages. Gasten van over de hele wereld van Canada tot Zuid-Afrika en boekingen van drie maanden vooruit. De gasten gingen op mijn fietsen de stad in. Ik was de baas op het trottoir, ik was populair en altijd vrolijk. Toen werd ik betrapt, bespied door de bovenburen. Maar ik zei, er waren drie vrouwen bij mij op bezoek en dat was een blind date. Lachend: “Ze geloofden dat het een blind date was”.

De moed niet laten zakken

De vraag, wat zou je willen nalaten aan de mensen als jij er niet meer bent, beantwoordt Ruurd zonder omhaal. “Elke dag goed organiseren en plannen, en weten wat je wilt. En laat de moed niet zakken en blijf je moeder bellen. En je kan ook met de geest van je moeder praten, ik kan het wel. Mijn moeder was altijd blijmoedig en ik ben het ook.” 

Het boek van Job 

Hoe denkt Ruurd over zijn huidige situatie? Hij zegt “Weet je wat mijn bijbeldeel is, dat is het boek Job, dat is helemaal op mij van toepassing; Job op de vuilnisbelt, en ik zit nu ook op de vuilnisbelt. Maar ik probeer mijzelf weer in het systeem te krijgen. Maar er zijn allemaal barricades, de mensen worden steeds dommer en ze kijken altijd alleen maar op hun mobieltjes, het is net alsof iedereen een stick in zijn reet heeft.” 

Ik heb mijzelf begrepen sinds ik dakloos ben

“Ik geef mijn leven een 7,5. Er gebeurt veel, maar het kan doorschieten naar ‘we zijn er’. Ik heb geen tijd om rustig te genieten, ik krijg geen rust, het stelen vind ik heel erg. Dan zeggen ze die man is een hoarder, dan zeg ik; ja ik heb vier riemen bij me, maar er worden er drie gestolen en ik heb er één nodig anders zakt mijn broek omlaag. In tien jaar tijd heb ik geleerd om heel systematisch te denken, drugs kan echt niet. Ik heb mijzelf begrepen, sinds ik dakloos ben, omdat je jezelf heel erg moet redden, en je heel erg alleen bent. Met organisatie, planning kunst en kunde. Ik ben de oudste dakloze van Amsterdam. Ik heb drie advocaten, ze zijn nu zover gegaan, dat de rechter gaat zeggen inderdaad u hebt gelijk gekregen. Ik had een geweldig huis met 1400 boeken, en mooie bedden. Maar komt goed, het zijn maar dingen. Een woning komt er niet, maar van het geld kan ik een mooie boot kopen.”

Gedicht van Ruurd

Een kerk zonder klokgelui 
is een stad zonder Hema
Worsten en lingerie passen wel bij elkaar 

Lachend: “En het is niet vunzig”.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *