Ik geef mijn leven van nu een tien! Sinds ik in Nederland ben, is mijn leven stabieler en ik ben blij met mijn boot en mijn statiegeldinkomsten. Nederland is een veilig land en alles is hier mogelijk als je maar gemotiveerd bent. Iedereen heeft problemen en hobbels in zijn leven, maar daar moet je niet te veel aandacht aan besteden. Cool down, dan heb je minder stress.
Aan het woord is de 43-jarige Romulus, een Roma uit Roemenië, die sinds 2007 in Amsterdam verblijft. Al meerdere malen ben ik hem tegengekomen in inloophuis Wal-125 en begroette hij me in het voorbijgaan altijd met een grote glimlach. Dit keer ontstond er een gesprek en bleek hij in voor het vertellen van zijn levensverhaal. Een jongensachtig uitziende man, met een sportief, modern jack, verzorgde baard en snor, de lange haren dit keer onder een warme muts en uitermate vriendelijk. Op het moment dat ik even aangesproken wordt door iemand anders, komt hij duidelijk op voor zichzelf door de ander te melden dat hij in gesprek is met mij. En als ik zijn levensverhaal hoor, dan zie ik dat hij meerdere keren in zijn leven voor zichzelf heeft moeten opkomen.
Jeugd
Hij wordt ten tijde van Ceaușescu (de communistische president en dictator van 1974 tot 1989, die geëxecuteerd is) in Boekarest geboren. Zijn moeder is alleenstaand en het voedsel is op de bon. Als hij vijf of zes jaar is, kan zij niet meer voor hem zorgen en brengt ze hem naar een weeshuis. Wel blijft zij hem bezoeken. Echter doordat ze elkaar niet veel zien, voelt hij niet echt de moeder-kind band met haar. Het leven in het weeshuis is geen rozengeur en maneschijn o.a. doordat de oudere jongens stelen van de jongeren.
Als hij dertien is, loopt hij weg en begint zijn leven op straat. Soms wordt hij opgepakt en belandt hij als minderjarige in een opvanghuis. Echter daar vinden straffen plaats, waardoor hij toch weer voor het straatleven kiest. Dat houdt in dat hij af en toe helpt op de markt, maar ook inbreekt in kelders om aan voedsel te komen. Auto-inbraken zijn makkelijk, immers auto’s hebben nog geen alarm, en leveren ook het een en ander op. Slapen doet hij in ruimtes waar de waterbuizen lopen; daar is het zo warm is dat het een sauna lijkt. Op 20-jarige leeftijd is hij de baas van een clubje van tien jongens en heeft hij een pistool.
Gevangenis onveiligheid
Als hij 22 jaar is, wordt hij verraden door een vriend. De politie treft voor duizenden euro’s spullen bij de groep aan en hij wordt veroordeeld tot twee jaar en één maand gevangenisstraf. Het verhaal verschijnt in de kranten. In de gevangenis blijkt het leven gevaarlijk en moet hij zichzelf verdedigen door te vechten. Het resultaat is dat hij twee weken in een isolatiecel terecht komt, waar weinig licht is. Het is een deprimerende gebeurtenis die wel tien jaar lijkt te duren. Zijn mogelijkheid om vervroegd vrij te komen, is er door verdwenen. Gelukkig treft hij een minder vechtlustige nieuwe celgenoot en wordt hij bezocht door christelijke mensen die hem voedsel en het geloof komen brengen.
Die gevangenistijd is de meest ingrijpende gebeurtenis in mijn leven geweest, doordat ik me daar niet veilig heb gevoeld.
Betere tijd
Als hij vrijkomt vangt het NCO hem op. Hoewel dit een organisatie is voor de opvang van minderjarigen, gaan ze de midden twintiger toch helpen. Hij wordt in contact gebracht met een christelijke vrouw die hem in haar gezin opneemt en waar hij een eigen kamer krijgt. Hij helpt hen met hun verbouwing, verdient wat bij als autowasser en krijgt zelfs werk in een constructiebedrijf. Hij levert 20% van zijn inkomsten in bij het gezin voor de inwoning en onkosten en om te leren hoe het leven is. “Alles ging in die tijd beter.”
In 2007 wordt Roemenië lid van de Europese Unie en wordt het leven ineens veel duurder. Via een Nederlandse, christelijke t.v.-zender krijgt hij een indruk van Nederland: geen elektriciteitskabels boven de grond en veilig. Romulus besluit om het gezin en zijn land te verlaten: “Ik wilde mijn eigen leven leiden.” Aangezien hij bang is dat de familie met hem in discussie zal gaan over zijn keuze, vertrekt hij zonder afscheid van hen te nemen. Met vliegtuigmaatschappij Tarom reist hij zijn toekomst in Amsterdam tegemoet.
Amsterdam
Als 27-jarige zonder geld, want hij wist niet dat je het Roemeense geld hier kon inwisselen voor Nederlands geld, belandde hij op straat. In die tijd mochten Roemenen hier nog niet werken, dat kan pas vanaf 2014. Het statiegeld leverde toentertijd ook nog niet veel inkomsten op. Wel werd hij wat geholpen door een man van wie hij ook Nederlands leerde.
Overigens blijkt Amsterdam ook niet altijd veilig. Als mooie, jonge man heeft hij meerdere keren moeten vechten om te ontsnappen aan aanranding.
In 2015 ontmoette hij in een disco een 41-jarige man, die een plek voor hem had om te slapen. Onder de belofte dat het niet om seks ging, ging hij mee. Het huis bleek niet schoon en rommelig en de man kampte met depressiviteit. Aangezien Romulus graag schoonmaakt, ontstond er een overeenkomst dat hij het huishouden zou doen en een eigen kamer daar kreeg. Hij heeft daar gewoond tot zes maanden na het overlijden van de man op 51-jarige leeftijd. Toen moest hij eruit en bracht hij de spullen naar diens moeder in Heerlen om vervolgens daar een maand te verblijven. Echter hij had een uitkering vanuit Amsterdam en moest terugkeren naar de hoofdstad.
Inloophuis Prinsenhof kon bewijzen dat hij in Amsterdam was, waardoor hij weer een uitkering kreeg. Maar uiteindelijk stopte die weer, omdat hij geen vaste verblijfplaats had. Wel kreeg hij vrijwilligerswerk in het inloophuis waarmee hij acht euro per dag ontving. De eerste drie jaar als vrijwilliger overdag, daarna drie jaar als huismeester na 18.00 uur. Echter toen de mentaliteit daar veranderde, wilde hij een betere job en vertrok bij het inloophuis.
Hij vond een andere baan en een leegstaande boot. Hij brak daar in om te slapen met het idee dat als de eigenaar zou komen, hij weer zou vertrekken. Echter er is nooit iemand komen opdagen. Wel kwam de waterpolitie langs en moest hij een vignet aanschaffen en dat doet hij nu ieder jaar weer. Hij is ontzettend blij met zijn boot. Eigenlijk mag hij daar niet slapen, maar het wordt gedoogd. Het is er ’s winters wel vochtig, maar hij heeft een eigen plek. Hij veroorzaakt geen trammelant en heeft goed contact met mensen uit de buurt.
Een hogere positie qua werk werd hem uiteindelijk te veel, doordat hij door wisselende diensten geen tijd meer had voor zijn persoonlijke verzorging, zoals het wassen van zijn kleding. Vandaar dat hij ontslag nam.
Nu verdient hij genoeg geld om rond te komen door het verzamelen van blikjes en flesjes. Hij krijgt ze ook van mensen met een goed hart. In de zomer levert dat soms wel 100 euro per dag op aan statiegeld. In de winter zo’n 200 euro per week. Hij ziet het echt als zijn werk en kan ervan leven.
Het goede leven
En zo komt hij dus tot dat hoge cijfer van een tien voor zijn leven van nu. “Het leven hier is veel beter dan in Roemenië. Ik voel me veilig, ik heb een stabieler leven nu, ik ben niet 100% dakloos door mijn boot als eigen plek, ik heb werk en inkomsten, eten en persoonlijke verzorging in de inloophuizen, als hobby’s repareer ik graag elektrische fietsen, of doe ik klusjes en ik maak graag hele vieze dingen schoon. Het stelen in Roemenië was een ervaring uit instabiliteit. Nu doe ik dat niet meer. Ik ben niet perfect, maar probeer goed te doen. Ik hoop dat mensen mij zien en later herinneren als een goed persoon.”
Toekomstwensen
Je weet nooit wat de toekomst brengt, want dat hangt van veel factoren af. Toch heeft hij wel wat wensen.
Allereerst zou hij graag een eigen woning willen hebben. Hij is wel wat teleurgesteld dat dat tot nu toe niet gelukt is.
Een huwelijk ziet hij niet voor zichzelf weggelegd, want hij wil alleen blijven zodat hij niet gestoord wordt in het volgen van zijn eigen levenspad.
In de weg die hij wil gaan, speelt het christelijke geloof een grote rol. Hij ziet als zijn talent en roeping het brengen van het geloof. Hij zou graag priester willen worden. “Ik geloof in God, de verhalen uit de bijbel en in het hiernamaals. De dood is niet het eind, maar het begin van een nieuw leven.”
Ook zou hij heel graag een boek over zijn leven willen schrijven of laten schrijven.
In Wal-125 zal hij zeker goed terecht kunnen met zijn geloof, want dit inloophuis werkt vanuit christelijke achtergronden. Voor elke maaltijd wordt er ook voorgelezen uit de bijbel.
Romulus, een heel boek kan ik je niet bieden, wel dit verhaal over wat jij over jezelf hebt verteld. Ik dank je voor het mogen aanhoren van jouw levenswandel tot nu toe. En ik wens je nog een mooi vervolg toe.