Peter werd geboren in 1961 in Haarlem. Over een paar jaar gaat hij met pensioen, hij zit nu ‘in de VUT’ of ‘op wachtgeld.’ Peter is zijn hele leven lang al ongebonden, ongehuwd en hij heeft geen vaste partner voor langere tijd. Geen kinderen dus? ‘Niet dat ik weet,’ zegt hij.
Jeugd en werkervaring
‘Ik heb de lagere school en de LTS/HTS gedaan. Daar heb ik nog diploma’s van. Ik heb op de fabriek gewerkt met belettering en eerder deed ik technisch werk, elektrotechniek. Tot m’n 40e heb ik gewerkt en geld verdiend. Daarna was ik mantelzorger voor mijn ouders.
Zorgen voor vader en moeder
‘Mijn was timmerman maar afgekeurd vanwege het zware werk. Hij kwam in de WAO en deed nog een beetje uitvoerderswerk en had een klein pensioen. Mijn moeder deed huishoudelijk werk bij deftige huizen in Bloemendaal en zo. Ik woonde lang bij mijn ouders in de Indische buurt in Haarlem. ‘De laatste vogel in het nest’ en daarom werd ik mantelzorger voor mijn ouders. Ik verdiende wel eens wat met mijn eigen zaak, een beletteringsbedrijf. Ik had geen uitkering dus het was geen vetpot.
Mijn drie broers zagen we niet veel. De zorg kwam op mij neer, je groeit erin, het gebeurde gewoon. Ik was de mantelzorger en ik was altijd aanwezig, maar in het ziekenhuis deed ik er weinig toe. Ik werd daar afgewaardeerd. Dat was wel eenzaam toen. Ik had een klein sociaal leven en er kwam een enkele keer bezoek. We gingen wel zo nu en dan naar verjaardagen.
Mijn vader werd 85 jaar en is in 2011 overleden, mijn moeder overleed in 2018 en werd 86 jaar oud. Ik weet niet wat de doodsoorzaak van mijn moeder was. Er werd niet goed voor haar gezorgd en in december 2017 is zij flauwgevallen. Ze werd naar het ziekenhuis gebracht en daarna is ze lang in een revalidatiehuis geweest maar ze wilde graag naar huis. Toen ze eindelijk naar huis kwam is ze snel overleden, binnen tien dagen. De begrafenis werd buiten mij om geregeld door het revalidatiehuis.’
Opgelicht en uit huis gezet
‘Na het overlijden van mijn moeder kwam er iemand langs die zei dat hij de eigenaar was van de woning. Het bleek iemand van de hypotheekbank die de woning wilde veilen. Wij betaalden de hypotheek maar de bank was bang dat we niet solvabel waren en we kwamen op de zwarte lijst. Wij werden slachtoffer van intern gedoe bij de bank want er zijn fouten gemaakt door de notaris. Ik had buitenlandse cheques van bijna een ton en die bleken niet inbaar. Daarom werd ik als klant geweerd. Ik ben dus eigenlijk opgelicht.
Die cheques had ik gekregen voor mijn internationale werk, belettering, reclame. Het was een voorschot/aanbetaling om een campagne te starten. De bank vond dat frauduleuze cheques en schreef dat het ‘niet meer wenselijk is u als klant te houden. De vertrouwensrelatie met bank is geschaad’. We hadden de optie om de financiering elders te regelen of de woning ondershands te verkopen. Ik heb het maar stil gehouden voor mijn moeder.
En toen werd mijn woning ontruimd. Er kwam een deurwaarder die wat dozen met spullen op straat zette. Een paar man politie werkten me naar buiten. Mijn broers bemoeiden zich er niet mee, ze wisten niets van de ontruiming. Ik keek op afstand toe hoe de spullen naar buiten kwamen en meteen de container in gingen. De andere dozen met mijn spullen gingen naar de opslag maar ik wist niet of ik ze zou terugkrijgen. Dat moest via de advocaat. De deur kreeg een nieuw slot. Ik heb overnacht bij kennissen in de buurt, in een garagebox.’
Leven vanuit een busje
‘Daarna heb ik lang in een tweedehands busje gewoond die ik nog net kon kopen met het geld op m’n bankpas. De gemeente Haarlem financiert het busje in het kader van ‘bijstand’, een soort wachtgeld. Peter moet erom lachen. Het is een soort tiny house. Het slaapt niet zo comfortabel op de bank maar je valt wel in slaap. Bij het Leger des Heils deed ik wel eens een bakje.’
Een dak boven je hoofd
‘De gemeente wilde wel helpen en ik kreeg een sociale huurwoning. Dus krijg ik bijstand plus de huur van de gemeente. Ik heb nu een dak boven m’n hoofd, ik houd de woning schoon en ik red me wel. Mijn leven is wel weer oké maar ik heb geen werk. Werken zit er voor mij niet meer zo in, tenminste geen betaald werk. Want ik heb wel werk in mijn gevoel: ik leer en studeer van alles en volg de politiek. De raadsleden kennen me hier ook.
Overdag zwerf ik wat, ga ik naar de bieb, fiets door de stad vooral bij mooi weer. Ik help mensen met klusjes, ik spreek veel mensen en ik observeer ze graag. Ik zorg voor mezelf en haal kant-en-klaar maaltijden in goedkope supers. Dat gaat financieel allemaal net en ik kan het niet te gek maken. Dit leven is het wel. Heel anders wordt het niet.
Had ik het anders kunnen doen? Ik denk het niet. Dingen gebeurden die voor mij niet gunstig waren. Ik kreeg geen steun van mijn boers en ik had weinig andere familie. Ik raakte in financiële problemen.’
Het leven is nu best oké
‘Ik geef mijn leven nu wel een acht. De omstandigheden zijn niet zo goed maar naar die omstandigheden gaat het best goed. Ik zorg goed voor mezelf en ik ben gezond en fit. Ik ben niet dakloos of een dronken zwerver. Ik heb in een drumband en een dweilorkest wel wat sporen verdiend. En ik heb in de Media gestaan, daklozenkrant en zo. Ik ben een soort bekende Haarlemmer geworden. Ik ben altijd wel op zoek naar een relatie maar dat kun je niet dwingen. Dat moet klikken.
Na mijn overlijden wil ik wel begraven worden maar chemisch mag ook. Liever geen uitvaart maar als er muziek is dan en dweilorkest en natuurgeluiden. Maar ik leef nog wel een tijdje hoor.’
Nog een advies
‘Mag ik een advies geven: blijf op het rechte pad. Je kunt niet alles voorkomen en leer van fouten. En als je het niet meer weet, vraag raad.’
Haarlem, 17 juni 2024