Go with the flow

Opgetekend door: Hilke Grootelaar. Foto: Kim van de Wetering.

Het levensverhaal van Arnold

Luisteren naar het levensverhaal 

Ik ontmoet Arnold op het Neude. Het is zo warm dat hij met een vrolijk gezicht in een T-shirt op me staat te wachten. Een T-shirt met afbeelding en tekst van Che Guevara – want linkse dictators zijn in ieder geval beter dan rechtse. Hij legt me meteen uit waar ik het best mijn fiets kan neerzetten. Zelf heeft hij zijn nieuwe mountainbike ook net op slot gezet aan de overkant van de Bibliotheek. In het café van de bibliotheek vertelt Arnold zijn verhaal. Dat is bijzonder, want nog nooit heeft iemand de tijd genomen om naar zijn verhaal te luisteren. Vol enthousiasme begint hij te vertellen. Arnold is een spraakwaterval: een vat vol verhalen. Er klinkt opwinding in zijn stem als hij het heeft over zijn reizen, Duitsland en zijn belevenissen op straat in Utrecht. Maar er klinkt ook emotie en een traan door als we het hebben over zijn jeugd in West-Friesland. 

Een echte West-Fries 

Arnold wordt geboren op de prachtige datum 09-09-1969: vier negens en als je de 6 ziet als een 9 die op z’n kop staat, zelfs vijf. Een kat heeft negen levens, zeggen ze altijd. Je zou kunnen zeggen dat Arnold ook een aantal verschillende levens leeft.  

Als echte West-Fries is Arnold geboren in Hoorn. Hij groeit op in Bovenkarspel, waar met Pasen altijd de eerste kermis van het jaar plaatsvindt. Tot en met oktober is er iedere week wel in een nabijgelegen dorp kermis en daar wordt flink gezopen. Rond 15.00 uur op zondag komt er altijd drank op tafel, en daar gaat Arnold als kleine jongen al in mee. Het ‘zuipen’ waar West-Friezen zo goed in zijn, speelt later een grote rol in zijn leven. 

Vader en moeder 

Zijn ouders waren meer opvoeders dan ouders. Vader en moeder ontmoetten elkaar op een concert van de Beatles in Blokker. Moeder draagt veel verantwoordelijkheid als eerstgeborene van zeven kinderen en moet veel meehelpen in het huishouden. Ze wordt op haar zeventiende zwanger om het huis uit te kunnen, waardoor het huwelijk met vader een moetje wordt. Anderhalf jaar later komt Arnold ter wereld. Arnold ervaart het gezin niet als warm en liefdevol, eerder als afstandelijk.  

Als hij op z’n tiende vraagt waarom ze geen wasdroger hebben, zegt zijn moeder dat hij als kind te veel kostte. Op een zondag is moeder vreselijk chagrijnig en geeft ze Arnold de schuld van haar striemen. Vader vindt dat prima zolang hij maar met rust gelaten wordt. Terugdenkend aan zijn jeugd, vraagt Arnold zichzelf af waarom hij nooit hulp heeft gevraagd, maar de schaamte was te groot. Gelukkig is er wel altijd zijn opa, die om de hoek woont en tijd voor hem heeft om te praten of een kaartje te leggen. Echt luisteren naar je kinderen, er voor hen zijn en het kind echt kind laten zijn – dat zou Arnold iedere ouder mee willen geven. 

Op eigen benen 

Arnold volgt een opleiding tot installatiemonteur en gaat aan de slag in de bouw. In zijn twintiger jaren maakt hij verschillende groepsreizen door Azië met Djoser. Hij wil het liefst thuis blijven wonen, maar moet van zijn ouders rond zijn 25e het huis uit. Hij krijgt een eigen doorzonwoning in Hoogkarpsel maar is daar niet gelukkig. Hij heeft last van depressies en zelfmoordgedachten en vlucht naar Amsterdam. Daar wordt de alcohol echt een probleem. 

Naar Hamburg 

In 2010 verhuist hij naar Hamburg voor de liefde. De stad waar het normaal is om op de bouw rond 09.30 uur al je eerste halve liter open te trekken. Zijn drankgebruik neemt toe. Hij wordt gehard in het leven: in een tentje slapen met -12 graden is geen uitzondering. Maar er zijn ook gezellige barbecues in de zomer, met literflessen Macedonische rode wijn uit de supermarkt voor €1,50.  

Tussen 2000 en 2006 overlijdt niet alleen zijn opa, maar krijgt Arnold ook drie keer een hersenschudding. Hierdoor heeft hij helaas weinig herinneringen aan het verleden.  

Naar Utrecht 

In 2019 neemt Arnold de trein vanuit Hamburg terug naar Nederland, waar hij in Utrecht uitstapt. Hier heeft hij goede verhalen over gehoord en hier gaat hij ook niet meer weg. Hij houdt van Utrecht: het is een stad zonder kapsones, in tegenstelling tot Amsterdam. Arnold komt in het daklozencircuit terecht. Bij de Tussenvoorziening doet hij mee met het springplank-project, waardoor hij voorrang krijgt op werk en woonruimte. In november 2020 krijgt hij de sleutel van zijn woning en sindsdien werkt hij voor verschillende opdrachtgevers. 

Kiezen voor een leven op straat 

Arnold heeft er op verschillende momenten in zijn leven voor gekozen om dakloos te worden. Eerst in Amsterdam, daarna in Hamburg, en later ook in Utrecht. Het wordt naar eigen zeggen ‘zijn redding’. Hij hoeft zo geen verantwoording af te leggen en verantwoordelijkheid te nemen. Je hoeft nergens voor te zorgen en leeft een vrij bestaan. Geen van de steden waar hij heeft gewoond, voelt echter als zijn thuis. Een thuis heeft hij nooit gemaakt. Vroeger als kind voelde hij zich niet thuis, maar ook later heeft hij nergens echt een thuis gevonden. 

Go with the flow 

Het leven op straat en in de opvang leert Arnold hoe belangrijk ‘go with the flow’ is: houd je rustig, pas je aan, wees vriendelijk tegen de begeleiding. Een dagbesteding en aanspraak zijn belangrijk voor hem. Hij is in de opvang dan ook altijd te vinden in de gezamenlijke keuken, uit op gezelligheid en een praatje en trekt zich niet terug op zijn kamer. Als ik hem voor de tweede keer ontmoet, gaat hij die maandag Hete Bliksem koken voor een groep. Dat gerecht kookt hij al veertig jaar. De eerste keer dat hij het kookte was hij vijftien jaar: in de Elzas, met echt Elzasser spek erbij. 

Onderdak en werk 

Sinds januari 2025 is Arnold aan een nieuw hoofdstuk in zijn leven begonnen. Na een maand op straat te hebben geleefd rondom station Leidse Rijn, slaapt Arnold nu bij een woonvoorziening, wachtend op een vaste plek om te verblijven. Hij werkt nu bij Fifty-Fifty, waar hij binnenkort ook cursussen zal volgen. Met behulp van deze cursussen hoopt hij aan de slag te kunnen in de technische dienst. De eigen facilitaire dienst van het Leger des Heils, dat lijkt hem wel wat. 

Arnold weet veel. Hoe het zit met alle dakloosheidsregelingen in verschillende steden, hoe goed opvangbeleid eruit ziet, welke verplichtingen de Participatiewet meebrengt, welke landen geld van de EU krijgen, wie er op Oudegracht 228 woont, en ga zo maar door. Arnold is opvallend goed op de hoogte van alles wat er reilt en zeilt in de wereld en hij heeft concrete ideeën hoe dingen beter kunnen. “Ik heb hele rare hersenen,” zegt Arnold, “Qua emoties weet ik niet veel. Hoe liefde werkt, weet ik niet maar ik heb een geheugen voor feiten die je eigenlijk niet nodig hebt.” Arnold leest veel, vindt het leuk om op de hoogte te blijven en bladert met plezier twee kranten door. Ook doet hij altijd in het Duits mee met de quiz van weekblad Der Spiegel. 

48e verjaardag 

Terug naar die mooie datum van 9 september. Op 9 september 2017, de 48e verjaardag van Arnold, spelen de Rolling Stones in het Stadspark van Hamburg. Het is de mooiste dag in zijn leven. Het hele weekend brengt hij met de hele bende aan schaakspelers door in het park. Tentje gespannen, lijntje gesnoven, en natuurlijk meerdere biertjes gezopen. Hij droomt ervan nog eens terug te gaan naar dat Stadspark voor een concert. Het maakt niet uit wie er dan speelt: Arnold houdt van alles van Queen tot Cradle of Filth. Misschien voelt het niet als thuis, Hamburg … maar wel als een paradijselijke stad voor Arnold. 

Take me down to the Paradise City 

Where the grass is green and the girls are pretty 

Take me home (I want you, please, take me home) 


Utrecht, 6 maart 2025 

One comment on “Arnold”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *