Ik ontmoet Stefanus in de gemeenschappelijke ruimte van de opvang bij ROS (Stichting Rotterdams Ongedocumenteerden Steunpunt). Al snel blijkt dat Stefanus een makkelijke prater is, die zo een boek vol kan praten over de geschiedenis van zijn geboorteland of van Europa. Tot in detail!
Opgroeien in het Noordwesten van Zuid-Afrika
Stefanus werd in 1950 geboren in Rustenburg, district Brits, een plaats in de Zuid-Afrikaanse provincie Noordwest. Hij is het vierde kind uit een gezin van acht kinderen. Zijn vader werkte op een groot knooppunt station in de buurt.
Stefanus ging op zijn vijfde naar de elementaire school. Die bestond toen uit twee delen van in totaal twaalf jaar. Alle kinderen moesten verplicht aan sport doen. De school was super conservatief volgens Stefanus: “Als je vloekte, kreeg je straf.” Stefanus heeft goede herinneringen aan die tijd. Hij had veel vriendjes, geen vriendinnetjes, dat kon niet in die tijd. “Dan kreeg je de dominee achter je aan,” zegt hij lachend. Toch was het geen gemakkelijke tijd: “Je moest het met één schooltenue per jaar doen. Maakte je die kapot, dan kreeg je een pak slaag, want alles kostte geld.”
In die tijd was het gebruikelijk dat jongens na het voltooien van deze opleiding meteen voor achttien maanden in militaire dienstplicht gingen. Daarna ging Stefanus direct naar een ambachtsschool. Hij heeft hier elektrotechniek geleerd. In drie maanden leerde je de basis en daarna kwam je met een contract van drie jaar bij een leerbedrijf terecht om je in de praktijk verder te bekwamen. Via dit bedrijf heeft hij ook een tijdlang in Botswana gewerkt. Contact met zijn familie had hij vooral tijdens de feestdagen. “In die tijd was het gebruikelijk dat als je als jongen eenmaal je veren schudt, je echt weg bent.”
Na de dienstplicht werd Stefanus regelmatig opgeroepen om mee te vechten. Hij heeft onder andere in Angola, Rhodesië en tegen het ANC gevochten. Het nadeel was dat je op deze manier voor veel vrouwen geen aantrekkelijke huwelijkspartner was. Toch kreeg hij in 1980 een relatie met F. Zij kwam uit Schotland en verbleef tijdelijk in Zuid-Afrika, waar ze werkte als radioloog in een ziekenhuis.
Weg uit Zuid-Afrika
In 1983 is Stefanus vanuit Botswana naar Schotland gereisd om zijn Schotse vriendin te bezoeken. Bij aankomst bleek dat F. daar niet was. Zij verbleef bij haar broer in Jersey. Stefanus is daar toen ook heen gereisd en samen met F. teruggegaan naar Shotts, een kleine plaats in het zuiden van Schotland waar haar ouders woonden.
Vanuit Schotland is Stefanus op zoek gegaan naar werk. De kranten stonden in die tijd vol met vacatures op olieplatforms. Eerst moest hij hiervoor een proeftijd van drie maanden doorstaan. Een kwalificatie waarin ook werd getoetst op veiligheid en gezondheid. Daarna ging hij op een olieplatform werken. Het was toen gebruikelijk om drie weken aaneengesloten te werken en dan weer drie weken vrij te zijn. Na een jaar of twee heeft dit werkschema hem wel zijn relatie met F. gekost. Tot zijn pensioen werkte Stefanus voor diverse bedrijven in meerdere landen.
Laatste “betaalde” baan
Stefanus kreeg zijn laatste tijdelijke baan via een man uit Groningen. Zes maanden lang plaatste hij keukens in woningen in het voormalige Oost-Duitsland. Maar hij kreeg alleen kost en inwoning. Na zes maanden ging hij zelf langs bij het bedrijf in Groningen om zijn salaris op te eisen, maar het was al failliet en opgeheven.
Verlies van persoonsdocumenten
In 2015 reisde Stefanus vanuit Groningen naar Rotterdam om zijn paspoort bij de Zuid-Afrikaanse ambassade te vernieuwen. Dit verliep moeilijk, dus schakelde hij een advocaat in.
In het begin woonde hij een paar keer in een illegale huurkamer, met hoge aanbetalingen en nep-huurcontracten, en werd hij regelmatig door de gemeente op straat gezet. Zo raakte hij snel zijn geld kwijt en leefde ongeveer een jaar op straat, meestal in het Europark. Hij overleefde dankzij koffie bij McDonald’s, opwarmen en opfrissen in de bibliotheek, het verzamelen van plastic flessen voor statiegeld en warme maaltijden bij de Citykerk. In het Europapark werd Stefanus beroofd van zijn tas met persoonsdocumenten. Hierbij is met een colafles een deel van zijn gebit eruit geslagen.
In het natte najaar van 2018 kocht hij vaak goedkoop beddengoed bij de kringloop om droog te kunnen slapen. Uiteindelijk zag hij in dat dit leven zo niet langer vol te houden was. Hij besloot bij het kantoor van ROS binnen te stappen. Een medewerker hielp hem direct. Hij kreeg € 50, een fiets en een slaapplek bij het Leger des Heils. Daar voelde hij zich eindelijk weer mens. Via LinkedIn vond hij een klus voor een jaar in de elektrotechniek. Bij deze klus kon hij ook slapen en eten in een containerhuis. Hierna keerde hij terug naar ROS en kreeg hij opvang.
Stefanus arriveerde met een zwaarbepakte fiets bij Ros. Daar is hij de afgelopen jaren door meerdere mensen geholpen bij zijn verzoek om een geboorteakte en een reisdocument te krijgen. Dit blijkt heel moeilijk te zijn. Zijn gegevens zijn niet opgeslagen in een computersysteem, en de ambassade erkent hem niet als Zuid-Afrikaan vanwege het ontbreken van een officiële registratie. Dat hij duidelijk terug te vinden is in een ‘stamboom’ is voor de ambassade onvoldoende bewijs. Ook navraag in Zuid-Afrika door een oud-bewoner van ROS leverde niets op. Via een ander contact loopt nu een nieuwe aanvraag om gegevens van zijn registratie in zijn geboorteplaats te achterhalen.
In tien jaar tijd bezocht Stefanus al 130 keer de Zuid-Afrikaanse ambassade. Maar nog zonder goed resultaat. Zijn eerste bezoekersstempel dateert uit 2015. Hij hoopt nu dat Zuid-Afrika op korte termijn een nieuwe regering krijgt die hem wel een reisdocument zal geven.
Wachten tussen de geschiedenisboeken
Tijdens de periode dat hij afwachtend is in de volgende stap van zijn proces om geregistreerd te worden, is Stefanus vaak in de Centrale Bibliotheek van Rotterdam te vinden. Hij bestudeert daar de geschiedenis van zowel zijn land van herkomst als van delen van Europa.
Stefan verblijft sinds ruim vijf jaar in de opvang van ROS. Sommige medebewoners noemen hem ‘opa’. Hij is vriendelijk in de omgang, maar leeft graag op zichzelf en gaat niet echt vriendschappen aan.
Ingrijpende gebeurtenis
Stefanus heeft één dochter, geboren in 1976 of 1977. Hij was niet getrouwd met haar moeder, wat in zijn streng christelijke omgeving als een grote schande werd gezien. Toen de moeder van zijn dochter het ‘achter zijn rug om’ aan Stefanus’ familie vertelde, keerde zijn ouders en verdere familie zich van hem af. Ongeveer tot haar tweede jaar heeft hij contact met zijn dochter gehad. Daarna nooit meer. Dit omdat de moeder van zijn dochter met hem wilde trouwen. Stefanus zag dat niet zitten. Hij heeft de relatie verbroken en is bij haar en zijn dochter weggegaan.
Contact met familie
Sinds zijn vertrek uit Zuid-Afrika in juni 1983 is Stefanus nooit meer terug naar Zuid-Afrika gegaan en heeft hij geen contact meer met zijn familie gehad. Dit omdat hij zich geminacht voelde door hen. Nu hij 75 jaar oud is, vindt Stefanus het te laat om nog contact met zijn familie te zoeken. Hij weet niet eens wie van zijn familie nog wel of niet leeft. Stefanus raadpleegde een ‘stamboom’ van zijn familie om zijn identiteit te bewijzen. Hier heeft hij ontdekt dat zijn dochter wel bij hem geregistreerd staat. Zelfs met een ouder zoontje erbij. Hij begrijpt niet hoe dit mogelijk is.
Geleerd van het leven
Achteraf gezien kan Stefanus zijn ouders toch wel waarderen. Voorheen vond hij vooral zijn vader alleen maar een conservatieve nare man. Nu ziet hij ook dat zijn ouders hem veel goede waarden meegaven, zoals doorzettingsvermogen en standvastigheid.
Van zijn moeder waardeert hij vooral hoe zij elke zondag met een heerlijke maaltijd wist om te toveren tot een feestdag. Ondanks het krappe budget. Stefanus kookt die gerechten nog vaak voor zichzelf. Het was voor hem moeilijk om na de geboorte van zijn ‘onechtelijke’ dochter als buitenbeentje binnen de familie te worden gezien, maar inmiddels beseft hij dat hij destijds zelf ook fouten heeft gemaakt.
Een mooi moment
Op de vraag wat een mooi moment in zijn leven was, antwoordt Stefan blij: “In de eerste jaren dat ik aan het werk was in Zuid-Afrika, werden Engelse expats als beter gezien en kregen ze meer betaald. Ik voelde me vaak een tweederangsburger. Maar toen ik in Schotland slaagde voor de kwalificatie voor werk op olieplatforms en boven Engelse kandidaten werd verkozen voelde ik mij voor het eerst gelijkwaardig.”
Thuiskomst
Stefanus vertelt: “Achteraf gezien heb ik een rijk leven gehad. Ik heb in totaal 57 landen bezocht en heel Europa gezien. Ik heb hierbij eigenlijk geleefd als een nomade die van dorp naar dorp trekt, en dat vind ik toch geen prettige gewoonte. Nu verlang ik enorm naar mijn thuiskomst in Zuid-Afrika, mijn geboorteland.” Het liefst wil Stefanus in Zuid-Afrika sterven, aangezien hij toch een Zuid-Afrikaan is. Dat is voor hem nu nog de voornaamste reden dat hij een Zuid-Afrikaans paspoort wil.
Rotterdam, mei 2025