In het Oranjepark
Het verhaal van de Roemeense Romus wordt via een omweg verteld. Zijn maatje D. voor wie Romus een vaderfiguur is, vertaalt het Roemeens in het Engels, en ik vertaal het weer in het Nederlands op schrift. Terwijl we op een bankje in het Oranjepark zitten, worden de afvalbakken geleegd. De chauffeur van de gemeenteauto is heel vriendelijk voor de mensen die in het park verblijven. Hij maakt een praatje met ze en geeft ze een boks of een hand. “We zijn allemaal mensen die met of zonder rugzakje rondlopen,” zegt hij tegen ons. Een week later vertalen een Roemeens- en een Nederlandssprekende vrouw het vervolggesprek.
Romus’ jeugd
Romus is geboren in Caransebes, Roemenië in 1973. Hij groeide op bij lieve ouders, als enig kind. Zijn vader kreeg een herseninfarct en overleed, zijn moeder is weer getrouwd. Zijn moeder en stiefvader wonen in Roemenië, hij heeft ze al twee jaar niet gesproken.
Romus ging naar school en verwachtte daar de les van het leven te leren. Dat viel erg tegen. Gelukkig leerde hij die lessen van zijn moeder en opa, bij wie ze woonden. Romus deed nog een opleiding op het gebied van constructie. Hij boorde speciale gaten in metaal, zulk werk bestaat niet meer.
Romus hield al jong van volksdansen in klederdracht en van de muziek die daarbij gemaakt wordt. Als tiener en twintigjarige werd hij een feestbeest: hij ging naar discotheken en concerten. Hij houdt van heel veel soorten muziek. Soms bleef hij wel tien dagen weg van huis. Zijn ouders vonden dat niet goed maar hij deed het toch. Hij moet er nog steeds om lachen.
Militaire dienst en relaties
Romus ging voor anderhalf jaar in militaire dienst in Timosuara. Daarna kreeg hij een contract via de overheid bij een bedrijf in de bewaking en beveiliging. Hij deed zijn werk goed en hij kon promotie maken. Romus weigerde dat omdat hij naast zijn collega’s wilde werken en niet boven hen wilde staan om bevelen te geven.
In Timosuara leefde hij met een hele mooie vrouw, haar foto draagt hij nog bij zich. Zij is omgekomen bij een auto-ongeluk: een echte tragedie in zijn leven. Het heeft hem erg veel verdriet gedaan en hij heeft geen echte relatie meer gehad. Wel had hij af en toe een vriendin.
Werken in Roemenië en Duitsland
In 1996 werkte Romus in Roemenië voor een Spaans bedrijf om internetverbindingen te maken. Dat heeft hij vier jaar gedaan en toen stopte dat bedrijf. Daarna werkte hij een tijd voor een Italiaans bedrijf om visjes in te maken. In 2001 is Romus naar Duitsland gegaan om te werken. Hij kwam terecht in een abattoir en werkte ook in de tuinbouw. Jarenlang trok hij heen en weer tussen Duitsland en Roemenië. In Duitsland leerde hij via een datingsite een Roemeense vrouw kennen. Het was achteraf gezien allemaal bedoeld om Romus geld afhandig te maken, wat ook gelukt is. Daarom is hij nu niet meer zo goed van vertrouwen, dat heeft hij wel geleerd.
Naar Nederland
Via een Roemeens uitzendbureau kwam hij in 2018 naar Nederland en deed hij allerlei soorten werk. Dat ging allemaal via de telefoon en dan is het heel moeilijk te bewijzen dat je nog loon tegoed hebt. Romus had echter problemen met zijn papieren. Om geld te lenen heeft hij zijn paspoort als onderpand gegeven. Maar hij zag het niet meer terug. Voor een nieuw paspoort zijn allerlei papieren uit Roemenië nodig. Dat was de aanleiding om na twee jaar weer contact te zoeken met zijn moeder met de vraag of zij hierbij kon helpen. Hij leende een telefoon om haar te bellen. Zijn moeder was heel blij iets van hem te horen. Ze had hem al willen laten zoeken via Interpol. Romus schaamde zich voor haar omdat hij geen huis en geen werk had. Voor zijn moeder maakt dat niet uit, ze houdt tóch van hem.
Geen dak boven het hoofd
Romus bleef en blijft nu in Nederland, in Apeldoorn. Hij zou wel graag een huisje hebben en werk. Hij slaapt meestal buiten onder de bomen in het park of bij het station. Bij de daklozenopvang voelt hij zich niet veilig, het is er te onrustig. Hij gaat vaak naar het inloopcentrum. Daar is hij wel een eenling, maar hij heeft er contact met mensen. Zondags gaat hij vaak naar de rooms-katholieke Mariakerk, die lijkt het meest op de orthodoxe kerk waarin hij is opgegroeid.
Romus leeft voorzichtig: geen drugs meer en niet meer dan vijf blikjes bier op een dag. Op die manier krijg je geen problemen met de politie. De hobby’s die hij had, muziek luisteren en woodcurving met een mes, zijn nu niet zo gemakkelijk om te doen met het leven dat hij leidt.
Levenslessen
Romus vindt het belangrijkste in het leven dat er een goede communicatie is tussen mensen en dat mensen respect hebben voor elkaar. Soms hebben mensen twee gezichten, maar je moet wegblijven van conflicten. Romus was lange tijd snel agressief en dan sloeg hij erop los. Zo kon hij zijn spanning afreageren. Maar dat is veranderd. Sinds twee jaar is hij veel rustiger geworden en zijn huidige leven is niet zo stressvol. Romus wil dat andere mensen eerlijk leven, niet stelen en niet roddelen. Hij is nu een wijs en vredelievend mens volgens zijn vrienden in het Oranjepark.
Apeldoorn, juni 2025