Wie was Jan?
Na een week nadenken, bellen, en praten met Marian een redelijk beeld gekregen, maar ik weet bij lange na niet alles van hem. Er zijn nog vele vragen onbeantwoord.
Nog maar zelden heeft iemand zo consequent zaken voor zichzelf gehouden, en neemt hij die mee in zijn graf.
Wie is de geheimzinnige dochter, en in Parijs en zijn neef Michel, bestaat hij echt of is het een voortgekomen uit de fantasie van Jan?
Wij weten het niet.
Wat wij wel weten is dat er een groepje mensen om hem heen hebben gestaan die hem zeer lief waren. Zo lief dat hij hen niet wilde kwetsen. Ik ben ervan overtuigd dat Jan niet trots was op het feit dat hij meer dan dertig jaar geen contact met zijn familie heeft gehad. Ik weet zeker dat het voor hem te moeilijk was om weer contact met zijn ouders op te nemen. Toen ik afgelopen week sprak met de vader van Jan kreeg ik een hoogbejaarde man aan de telefoon die verstandig sprak over zijn zoon. Nog steeds begreep hij niet waarom het zo gelopen was. Inmiddels was hij al veertien jaar geleden zijn vrouw verloren waar hij voor gezorgd had. Hij had altijd hard gewerkt in de scheepsbouw. Plichtsgetrouw had hij voor zijn gezin gezorgd, ook voor Jan. Ondanks dat er van hem gehouden werd kon Jan zich niet vinden in het leven zoals zijn ouders dat voorleefden. Hij maakte regelmatig problemen, van jongs af aan. Misschien zat er iets in zijn hoofd wat hem zo ‘moeilijk’ maakte misschien waren het de omstandigheden thuis. Wij zullen het nooit weten. Ik sprak daarover met zijn vader. Wat ik wel weet, is dat het voor alle partijen verdrietig en frustrerend was toen Jan vertrok en nooit meer terugkwam. Zijn moeder had hem een pakje brood meegegeven, dat was het laatste wat zij van hem zag. Dat is hard, dat is keihard en hoeven wij ook niet mooier te maken dan het is.
Het pakje brood maakte al snel plaats voor een biertje en nog wel wat meer ook.
Dat Jan hier niet trots op was weet ik zo zeker omdat hij er nooit over sprak. Hij kon het van zichzelf waarschijnlijk niet verdragen. Hij schaamde zich, was er verdrietig over of misschien wel boos. Niet op zijn ouders al zullen die in het begin overal de schuld van gekregen hebben maar later vooral op zichzelf.
Toen ontmoette hij Marian, zijn Valentijntje! Zijn vriendin, steun en toeverlaat.
Voor haar wilde hij zijn betere ik laten zien.
Hij vertelde haar niets. Hij hield het voor zichzelf. Dat is nu voor Marian heel verdrietig. Enerzijds begrijp ik Jan wel. Als je veel van iemand houdt, wil je het beste van jezelf laten zien. Er over praten was te moeilijk, te pijnlijk. Marian bracht rust en gezelligheid in zijn leven, bij haar sloeg hij zelfs aan het tekenen. Rechte lijnen, duidelijke blokjes en vlakken.
Maar Jan was niet alleen maar dat. Hij heeft jarenlang bij de FEBO gewerkt. Net als zijn vader plichtsgetrouw aan het werk. Hij hield van de kroeg en de gezelligheid. Zijn huisje, zijn televisie kijken, de films en zijn tuin. Met elke bloem die uitkwam was hij blij.
Zijn vriend Ronald kent Jan anders en ook Maartje. Ronald die trouw meeging naar het ziekenhuis en ook het woord voerde als het moest.
Ronald en Maartje spraken over zijn BVO-tje, voor de mensen die dat niet kennen, dat betekent biertje voor onderweg.
Wat geven wij jou nu mee voor onderweg. Veel vragen maar ook veel liefde want alles wat ik nu vertelde is gebaseerd op liefde.
De liefde van zijn ouders, zijn broer en zijn zus. Hij misdroeg zich, kon zich niet aanpassen aan het gezin.
Hij verloor hun liefde niet maar kon de liefde van zijn familie niet meer verdragen.
Zijn liefde voor zijn vrienden, voor Marian, voor zijn hulpverleners waar hij een goede band mee had.
Zijn liefde voor zichzelf was er waarschijnlijk niet en dat is heel verdrietig want daarmee heeft hij zichzelf en anderen veel tekortgedaan.
Gedicht over de liefde.
De uitvaart
Binnenkomst , accordeonmuziek
Welkom
Aansteken kaarsen
Muziek: Pastorale, Liesbeth List en Rhamses Shaffy
Toespraak
Muziek: Bohemien Rhapsody, Queen
Kist wordt uitgedragen
Naar het graf
Laatste woorden
Bij het graf:
Ik spreek de hoop uit dat de naam van Jan Wesdijk,
die nu nog eenmaal klinkt,
niet verloren zal gaan.
Ik spreek de hoop uit dat de band die wij rond Jan
hebben ervaren niet voor niets is geweest.
En dat wij elkaar
– waar dan ook- tegenkomen
mag er dan een blik van herkenning zijn
omdat Jan ons hier heeft samengebracht
Zo zal zijn naam blijven leven.
Wij gaan verder,
wij moeten verder.