“Ik weet niet eens zeker of ik hem nog herkend zou hebben..” schreef een van Erics vrienden. Deze zin snijdt door je ziel. Wij hebben met elkaar de foto’s bekeken en dan zien wij een jongen met krullen en een brilletje op. Feestend, en een hoop gezelligheid. Waar is die jongen gebleven. De jongen die waanzinnig goed kon leren. Die na een incident met zijn vader met verhit hoofd en niet helemaal nuchter het huis verliet op zestienjarige leeftijd. Die boven een frietkot moest wonen en fulltime werkte om in zijn onderhoud te voorzien maar ondanks dat zijn Athenaeum diploma haalde. Een held!!
Carla zegt het al zo lief en verstandig in haar brief met gedachten over Eric, zij heeft respect voor haar broer, wij hadden een fijne jeugd, het ontbrak ons aan niets maar er waren ook spanningen en onrust in ons gezin, daar is eenieder van ons door gevormd.
Het gaat er niet zozeer om wat er precies is voorgevallen want daar zijn altijd verklaringen voor te vinden, het gaat erom hoe je ermee om gaat. Voor alle leden van het gezin is dat anders geweest.
Eric heeft zijn leven geleefd op zijn manier. In eerste instantie leek het allemaal een jongensboek met een goede afloop maar na verloop van tijd zag Carla dat Eric helemaal niet zo’n succesvol mooi leven had als het op het eerste gezicht leek.
Zijn vrienden hadden al eerder ingezien dat Eric in het bekende kraakpand ‘De Keizer’ een leven leefde wat voor een weekendje misschien wel spannend en leuk was maar dat dit geen levensvervulling zou geven. Zij kozen ander paden. Eric bleef.
Carla heeft toen zij inzag dat Eric te kampen had met een verslaving en mentale problemen hem liefdevol in haar gezin opgenomen. Zij geloofde in hem. Dit kan toch niet waar zijn.
Zo’n leuke vent, intelligent, vrolijk maar ook lastig en bozig. Zij herkende in hem haar leuke aantrekkelijke broer, populair bij de meiden en succesvol.
Zowel zijn intelligentie en zijn boosheid is hij niet kwijtgeraakt, kan ik jullie vertellen. Zijn medebewoners spraken over de professor omdat hij alles wist, ook de bewonerscommissie bij Anton de Kom wist hij nieuw leven in te blazen en enige structuur te geven.
Maar zijn boosheid herkenden zij ook!
In het gezin van Carla legde de aanwezigheid van Eric te veel druk op het jonge gezin, dat is ook heel begrijpelijk, ik denk dat het verstandig van Carla is geweest dat zij professionele hulp zocht in een afkickkliniek.
Het mocht echter niet baten, de verslaving liet zich niet meer onder controle krijgen. Pas de laatste jaren in de woonvoorziening Anton de Kom was er een zekere balans. Eric heeft nog geprobeerd om zelfstandig te wonen, wat op een ramp uitliep. De begeleidster die mij dit vertelde zei dat dit een keerpunt was. Er kwam acceptatie van de situatie en Eric werd rustiger. Hij verbleef veel op zijn kamer, hij trok zich terug maar soms als hij in een goede bui was vertelde hij verhalen over vroeger. Het ging vaak over zeilen, want dat kon hij goed. Peter vertelde dat zij vroeger scherp aan de wind zeilden. ‘Peter in de trapeze en Eric aan het roer. Helemaal in balans.’
Ik denk dat jullie in die tijd zijn balans waren, jullie hebben hem geholpen. Ik denk aan het verhaal van de autorit uit België, in een fiatje 500. Jullie hadden stevig gestapt, een van de vrienden reed maar viel in slaap, zijn voet nog op het gaspedaal.
Eric zat ernaast en pakte het stuur over en zorgde dat er geen ongelukken gebeurde. Achterin zat Dick te gieren van het lachen. Balans!
En dan die keer dat Eric samen met Peter om twee uur ’s nachts besloot om door het besneeuwde landschap een tochtje te maken op de brommer. Het landschap was onbedorven en doodstil. Het mooiste ritje dat Peter ooit maakte.
Jullie hebben geleefd!
Met die herinneringen moest Eric het doen, alleen op zijn kamer in Amsterdam Zuidoost. Soms liet hij iets van die wereld zien en dat werd hogelijk gewaardeerd door zijn medebewoners en begeleiders.
Nu is net als in het bijbelverhaal de storm gaan liggen. Geen verslaving, geen boosheid of angsten geen stoere verhalen.
Stil, doodstil.