Zijn collages had hij zijn leven lang bewaard, die stonden nu om zijn kist zodat de mensen die hem maar kort gekend hadden, konden zien wie hij was geweest en wat hij had gedaan.
Als Eduard over de Albert Cuyp loopt, roepen omstanders en bekenden hem al gauw toe.
´Hee pastor´ of ´Hee dominee´, klinkt dan door de straten. Hij verricht al dertig jaar taken bij
het Amsterdamse drugspastoraat en is de mensen hier niet vreemd. Als ik hem vraag hoe hij
wil dat mensen hem zien of herinneren, zegt hij eerlijk: ‘Wat interesseert mij dat nou?’ En
wijst hij met zijn handen het gebaar van het ene oor in, het andere oor uit. Bij dezen een
poging om Eduard van Wingeren zijn levensverhaal in woorden te vangen.
Zijn jeugd
Hij is geboren op 15 april 1956 en groeit op met twee broers en een zus. Lilian en Albert
vormden een tweeling. Zijn andere broer Jan is op 63 jarige leeftijd overleden aan diabetes.
Zijn moeder noemt hij Hannie, en over zijn vader spreekt hij liever niet.
Zijn vader is op 63 jarige leeftijd overleden, Eduard was toen veertig. Toen hij nog jonger was
zocht hij vaak toevlucht bij zijn opa en oma in Amsterdam. Hij gaat al op zijn zestiende
samenwonen met een vrouw, maar dit houdt geen stand.
Naar Amsterdam
Eduard is 24 jaar als hij naar Amsterdam verhuist, hij heeft enkel wat kleding en foto’s bij
zich. Daar houdt hij zich in de nachtelijke uren bezig met het draaien van plaatjes en drugs.
Veel drugs. Het disjockey zijn is iets wat zich opbouwt, hij doet dit steeds meer dagen. Ook
volgt hij de opleiding detailhandel, maar maakt hij deze niet af omdat hij verslaafd is.
In de jaren die volgen, reist Eduard veel. Hij woont op verschillende plekken in de wereld:
Frankrijk, Spanje, Thailand en Amerika. Vol lof spreekt hij over Amerika. Ook in Thailand
heeft hij veel meegemaakt. Hij moet zich hier melden bij het politiebureau en brengt dan
vaak boodschappen mee voor de gevangenen als klein handeltje. In Thailand moet hij 7
maanden wachten voordat hij weer naar Nederland kan, dit omdat hij geen geld heeft. Hij
omschrijft de terugkeer naar Nederland als mooiste moment van zijn leven.
Vrienden en bekenden
Ricus, een pastor, is een belangrijk persoon in zijn leven. Zij hebben elkaar bij het
drugspastoraat in Amsterdam ontmoet en hebben veel gemeen: ze houden beiden van
antiek en hebben dezelfde gezinssamenstelling. Verder heeft Eduard veel vrienden gemaakt
tijdens het bootje varen: Dik, Ruud en Herman. Helaas zijn zij al overleden. Ook kent hij veel
bekende mensen, Herman Brood en Bowie. Cesar Zuiderwijk, de drummer van Golden
Earring, is zelfs een vriend van hem. Hij omschrijft hem als sociaal en iemand die rekening
houdt met zijn medemens.
Over vrienden zegt Eduard het volgende: ‘Je hebt je vrienden niet voor het uitzoeken.’ Door
slechte ervaringen met mensen is hij meer de kat uit de boom gaan kijken, hij is wat
huiveriger geworden met mensen. De laatste tijd, na een operatie met zijn been, komen veel
vrienden hem niet meer opzoeken. Dit vindt hij erg jammer, want het zijn vrienden die hij al
twintig jaar kent.
Nu
In zijn leven is hij in veel situaties terechtgekomen waar hij niet om gevraagd heeft, maar het
is bijzonder hoe hij hierover praat. Eduard is nu 66 jaar en krijgt bijna zijn eerste keer AOW,
hier verheugd hij zich erg op. Hij hoopt zich nog verder te ontplooien, misschien nog iets met
handel te doen.
Eduard zou graag iemand willen zijn die werkt voor de ander, voor zijn medemens. Bij het
drugspastoraat kan hij zo’n persoon zijn, iemand die ruzies probeert te voorkomen en
mensen bij de deur begroet. Wat hij ons zou willen meegeven is de noodzaak om drugs te
legaliseren, omdat vele lichamen hieraan kapot gaan en men erg ziek kan worden. “Blijf
vooral van drugs af”, zegt hij meerdere malen. “En denk een beetje aan je medemens. Dan kan
het leven een voldoende zijn.”
Foto’s van de uitvaart van Eduard