Op 17 januari 1969 werd Herman geboren in Amsterdam. Dit keer kon ik als pastor van het Drugspastoraat het verhaal van Herman vertellen en ervoor zorgen dat er heel veel mensen waren, want dat wilde Herman graag. Hermans familie was bij zijn uitvaart aanwezig, evenals zijn vrienden uit de woonvoorziening. Allemaal mensen die om Herman gaven en hem wilden vergezellen naar zijn laatste rustplaats op de Nieuwe Noorder. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar dat was het helemaal niet. Er was een Walk of Life-levensverhaal van hem opgemaakt en daardoor kon ik de uitvaart precies regelen zoals Herman dat graag wilde.
Afgelopen zomer werd ik gevraagd om het levensverhaal van Herman aan het Goor op te schrijven, hij was ernstig ziek en het zou niet lang meer duren voor hij zou overlijden. Ik ging vrijwel direct naar hem toe en trof hem in een spreekkamertje van de GGD. Hij vertelde mij dat hij lezen noch schrijven kon en dat hij het fijn vond als ik alles voor hem zou opschrijven. Herman was geboren in een groot gezin met vijf broers; niet alle broers leefden nog. Nu was Herman aan de beurt. Ik vroeg hem wat hij nog graag zou willen doen voordat de ziekte hem zo zou verzwakken dat het niet meer mogelijk was om iets te ondernemen. Herman zei dat hij heel graag naar zijn moeder wilde om haar zelf te vertellen dat hij niet meer beter zou worden. Dat deden wij. Eva Meylink maakte er prachtige foto’s van. Ik las zijn levensverhaal voor aan zijn moeder, niet wetend dat zij nog veel eerder zou sterven dan Herman.
Op het verlanglijstje van Herman stond ook zeevissen, dit had hij jaren geleden vaak gedaan met zijn vader.
Zijn grote wens was om begraven te worden op de Nieuwe Noorder, bij zijn andere broer en zijn moeder. Al de wensen konden worden gerealiseerd, mede dankzij de hulp van Team Uitvaarten van de Gemeente Amsterdam. Herman was een echte Amsterdammer en dat hebben wij geweten. Zijn vrienden uit Floradorp schoten vuurwerk af en flankeerden de rouwauto met rode handfakkels. Dit stond niet in zijn Walk of Life, maar hij had het zeker mooi gevonden, net als de accordeonmuziek die aan de voet van de oude Wester speelde. Bij het graf klonk ‘Er is een Amsterdammer doodgegaan’, er werden slagroomsoesjes uitgedeeld omdat Herman daar zo dol op was. En de stoere mannen en vrouwen uit Floradorp waren muisstil toen ik het levensverhaal van Herman kon vertellen:
Gelukkig vroeg Esther mij om naar de Rotonde te komen, op 12 augustus 2024. Herman zou niet lang meer leven, hij was ernstig ziek. Ik sprak met hem en schreef zijn levensverhaal op. Zijn Walk of Life, en daarom kunnen wij nu precies doen wat Herman zo graag wilde. Echte Amsterdamse liedjes laten horen, en de accordeonmuziek, die vond hij ook zo prachtig tijdens de uitvaart van zijn broer Bertus. Wij bespraken alles en Herman praatte open en eerlijk. “Ik kan niet lezen of schrijven”, zei hij, “dus dat moet jij doen.” Op mijn vraag wat hij van het leven heeft geleerd antwoordde hij: “Dat familie belangrijk is. Je moet vrienden maken in het leven.”
En dat is gelukt! Want ondanks alle problemen in het gezin wist Herman vrienden te maken en mensen aan zich te binden. Niet in de laatste plaats zijn zus Sonja. In het hospice zag ik hoe dol hij op zijn zussie was. Echt Amsterdams om Sonja niet Sonja te noemen maar zus. En weten jullie hoe Herman zichzelf noemde: Manusje. Als hij zichzelf moed insprak, zei hij waar ik bij was: “Manusje gaat nog niet dood”, en dan balde hij zijn vuist.
De mensen van Domus organiseerden leuke uitstapjes voor hem, en genoten er net zo van als Herman zelf. Een van zijn wensen was zeevissen op de Noordzee. Wij vonden een schipper bereid om ons mee de zee op te nemen en te gaan zeevissen. Dat soort dingen deden wij voor Herman, zijn vaste verpleegkundige Esther ging mee. Het werd een bijzondere ochtend, waarbij Esther en ik hartstikke zeeziek werden, maar Herman geen krimp gaf. Hij genoot met twee hengels tegelijk.
Een mooi moment was ook het voorlezen van zijn monumentje dat ik naar aanleiding van zijn levensverhaal maakte. De moeder van Herman leefde nog en wij besloten om samen met Herman het monumentje aan haar voor te lezen. Ook maakten we nog wat foto’s, niet wetend dat zijn moeder kort daarna zou overlijden. Die ochtend las ik het volgende in het bijzijn van Herman aan zijn moeder voor.
‘Naast mij zit Herman, hij is mager geworden sinds de uitvaart van zijn broer Bertus. Hij kijkt mij verwachtingsvol aan. Open en helemaal niet verdrietig of terneergeslagen. Ik lijk wel een soort opluchting te zien in zijn ogen; als het dan moet gebeuren, dan moet het maar. Sterven, doodgaan. Het went nooit, je kan het niet oefenen of uit ervaring spreken. Wij zullen het allemaal een keer meemaken, hoe je geleefd hebt, wat je hebt gedaan of je oud mag worden of nog veel te jong zal sterven.
Allemaal komen wij daarvoor te staan. Ook Herman. Chemokuren hadden geen zin meer. Een vreselijke boodschap. Maar ondanks dat verliest Herman zijn levenslust niet en daarom willen wij hem nog zo graag laten genieten. Met karten en straks met vissen op zee. Ook nog even naar zijn moeder waar we prachtige foto’s maken. Allemaal omdat we jou een geweldig leven gunnen en eigenlijk vinden dat het veel te kort is geweest.
Ik lees dit voor waar jij bij bent. Zelf kan je het niet lezen dus doen we het zo. Je bent daar open en eerlijk over. Dat is prachtig en dat is indrukwekkend. Je bent wie je bent en daar is niets mis mee. Je hebt vanaf heel jonge leeftijd drugs gebruikt, je hebt gescharreld en gewerkt. In het oude ijzer, in de horeca en je deed klusjes voor de aardappelboer, je verwisselde fusten bier bij The Old Sailor. Ergens schuilt er een doodgoede jongen in jou. Een lieverd die dagelijks bij de GGD komt en zich aan zijn afspraken houdt, die in staat is om vrienden te maken. Jij had een hechte, fijne band met je broer Bertus.’
Herman houdt van tierelantijntjes net als zijn moeder. Hij is trots op zijn kamer die vol staat met tierelantijntjes. Hij is dol op zijn moeder, dat zien jullie wel op de foto die de afgelopen periode naast zijn bed stond.
Het lijkt allemaal zo gewoon en misschien als je het vergelijkt met andere levens heel eenvoudig. Geen grote carrière, geen gymnasium, geen universitaire studie of glansrijke carrière, dat zat er niet in voor Herman. Het mooiste wat Herman meemaakte was de periode dat hij samen met zijn broer in een tentje bivakkeerde. Ze hadden een soort kacheltje gefabriceerd waar ze ook hun potje op kookte. Als je het Herman hoorde vertellen, dan leek het heel romantisch, samen met zijn broer wist hij er ondanks zijn dakloosheid wat van te maken. Herman heeft niet voor niets geleefd, hij heeft ons ook iets geleerd en gegeven. Zijn vriendschap!
Wat kunnen wij van Herman leren? Er is van hem gehouden door zijn moeder en zijn zus en zijn broers. Ook als het niet makkelijk was, als zij moesten slapen in een tentje, buiten zal het niet altijd warm en gezellig zijn geweest. Als de regen naar binnen liep, als zijn lichaam om medicatie vroeg en hij geen geld had om medicatie op straat te kopen. Maar toch zei hij: ‘Ik ben altijd gelukkig geweest.’ Wie kan dat nu zeggen: ‘Ik ben altijd gelukkig geweest’?
Ergens in het vragenlijstje staat de vraag: wat heb jij van het leven geleerd, ben jij geworden wie jij ten diepste bent. Best een lastige vraag. Herman kan zeggen: ‘Ik ben geworden wat ik ben.’ Een Amsterdamse jongen met een hart van goud, die vrienden kan maken, die tevreden is met het leven zonder te veel te verlangen en te eisen. Die niet ontevreden is, ondanks alles en door die houding ook veel liefde en aandacht mocht ontvangen.
Die alles overziend kan zeggen: ‘Ik ben altijd gelukkig geweest!’
2 comments on “Herman”
Zo prachtig !
Wat een prachtige Walk of Life. Ik ben onder de indruk!